Genesis 20:6

SVEn God zeide tot hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten, haar aan te roeren.
WLCוַיֹּאמֶר֩ אֵלָ֨יו הָֽאֱלֹהִ֜ים בַּחֲלֹ֗ם גַּ֣ם אָנֹכִ֤י יָדַ֙עְתִּי֙ כִּ֤י בְתָם־לְבָבְךָ֙ עָשִׂ֣יתָ זֹּ֔את וָאֶחְשֹׂ֧ךְ גַּם־אָנֹכִ֛י אֹֽותְךָ֖ מֵחֲטֹו־לִ֑י עַל־כֵּ֥ן לֹא־נְתַתִּ֖יךָ לִנְגֹּ֥עַ אֵלֶֽיהָ׃
Trans.wayyō’mer ’ēlāyw hā’ĕlōhîm baḥălōm gam ’ānōḵî yāḏa‘ətî kî ḇəṯām-ləḇāḇəḵā ‘āśîṯā zzō’ṯ wā’eḥəśōḵə gam-’ānōḵî ’wōṯəḵā mēḥăṭwō-lî ‘al-kēn lō’-nəṯatîḵā linəgō‘a ’ēleyhā:

Algemeen

Zie ook: Dromen, Hart (lichaamsdeel), Zonde

Aantekeningen

En God zeide tot hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten, haar aan te roeren.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמֶר֩

zeide

אֵלָ֨יו

tot

הָֽ

-

אֱלֹהִ֜ים

En God

בַּ

-

חֲלֹ֗ם

hem in den droom

גַּ֣ם

heb ook

אָנֹכִ֤י

Ik

יָדַ֙עְתִּי֙

geweten

כִּ֤י

-

בְ

-

תָם־

in oprechtheid

לְבָבְךָ֙

uws harten

עָשִׂ֣יתָ

gedaan hebt

זֹּ֔את

dat gij dit

וָ

-

אֶחְשֹׂ֧ךְ

belet

גַּם־

ook

אָנֹכִ֛י

en Ik

אֽוֹתְךָ֖

heb

מֵ

-

חֲטוֹ־

van tegen Mij te zondigen

לִ֑י

-

עַל־

daarom

כֵּ֥ן

-

לֹא־

heb Ik niet

נְתַתִּ֖יךָ

toegelaten

לִ

-

נְגֹּ֥עַ

te roeren

אֵלֶֽיהָ

haar aan


En God zeide tot hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten, haar aan te roeren.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!